Gorredijk

Terug naar boven

Dam, Hendrik Hendriks van



HH.vanDam_.jpgNog een Gorredijkster poëet

Gorredijk heeft de jaren door mogen roemen op eigen dorpspoëten, die veelal lange dichtstukken maakten op de dagelijksche gebeurtenissen in hun tijd en bij verschillende gelegenheden in eigen leven of in dat van de hunnen, hun dichtader openzetten. In de eerste plaats noemen we Kees Harkes Landmeter, alias Kees den Rijmer, ook wel Kees üt 'e Waldkant genoemd, een schippersknecht uit Gorredijk, die alles wat los en vast zat, berijmde. In het Friesch zoowel als in het Nederlandsch wist hij verschillende voorvallen smakelijk op te disschen, meermalen tot groot vermaak zijner dorpsgenooten — öf tot hevige ergernis van diegenen, die hij tot slachtoffer had gekozen. Dan was er de dichter-voordrager Gerrit Ringenoldus, (1837—1923), evenzeer een eenvoudig man en temidden zijner omgeving een gering burger, die den boer opging om eigen werk voor te dragen. Terloops noemen we hier nog de namen van Rindert van Zinderen Bakker en Geert van der Zwa a g, tijdgenooten, die beiden een dichterlijken aanleg hadden, doch meer stemmingen vertolkten dan gebeurtenissen berijmden en bij wie ten elotte de dichter-naituur in den politieken en maatschappelijken strijder onderging. Ven al de hier genoemden hebben we in de verschillende speciale Gorredijknummèrs al iets geschreven of proefjes van hun kunst gegeven. Voor dezen keer komen we weer met een Gorredijksler dichter, den def tigen He ndrik Hendriks van Dam, die in latere jaren het praedicaat „Senior" aan zijn naam toevoegde. Een „pakesizzer" van dezen dichter, de immer zoo actieve Hendrik Douwes van D<im, de koster van de Hervormde Kerk in Gorredijk, een man die ook gaarne in oude papieren snuffelt, was zoo vriendelijk ons de beschikking te geven over het dichterlijk oeuvre van zijn grootvader, dat heel wat boeken en schriften omvat. Hendrik Hendriks van Dam werd 20 April 1799 te Langezwaag geboren, waar zijn vader Hendrik Douwes van Dam veenboer was. Deze vader was een broer van Jan Douwes Vingerhoed, een man die op de kermissen kunstjes met een vingerhoed vertoonde, maar naar men wil een spion van Napoléon was. Hendrik Hendriks trouwde met Piertje Feddes Lageveen, eveneens een veenboer, wonende te Terwispel. Het jonggehuwde paar begon met een winkeltje in Langezwaag, maar dat heeft slechts enkele maanden geduurd. Toen werd Van Dam vrachtschipper, voornamelijk voor vervoer van turf naar Holland. Het schijnt, dat het echtpaar in den loop der jaren daarmee wat geld heeft overgespaard, althans omstreeks 1845 vinden we Van Dam te Gorredijk als veenbaas. Hij is daar 35 jaar bestuurslid en voorzitter geweest van den Polder v. h. 6e en 7e veendistrict. Onder zijn bestuur zijn in den polder belangrijke werken tot stand gekomen. In zijn rijmstukken wordt herhaaldelijk van de veenderij en den polder melding gemaakt. In Gorredijk geraakte Van Dam meer en meer in aanzden; hij wae o.a. bestuurslid van het Nut, kerkvoogd en ouderling in 'de Ned. Herv. kerk, lid van de commissie van beheer lcun6tweg Bergum—Heerenveen enz. In zijn dichterlijke ontboezemingen steekt hij het niet onder stoelen en banken, dat hij iemand is van aanzien en positie; en uit zijn laatste portret, dat wij hierbij afdrukken, spreekt een zekere zelfbewustheid en welvoldaanheid. Van Dam heeft met zijn vrouw veel huiselijk geluk gekend; zeven kinderen werden hun geschonken. Zijn vrouw was echter nog geen 60 jaar toen ze hem ontviel, en ook twee zoons en een dochter moeat hij ten grave brengen, resp. 44, 38 en 55 jaar oud. Een groote slag was voor hem het sterven van zijn jongsten zoon, Atte Hendriks van Dam, die in 1877 overleed. Deze was predikant bij de Ned. Herv. Gem. te Pingjum en Zurich, en beroepen te Koedijk in Noord- Holland. Hij zou zijn afscheidspreek houden te Pingjum, maar op den daarvoor vastgestelden datum rustte hij al naast zijn kerk.

H. H. VAN DAM Sr.

Meer foto’sLaatste foto’s