Gorredijk

Terug naar boven

Oantinkens fan myn bertedoarp

Een persoonlijk verhaal.

Reeds vele malen heeft de redaktie van deze website, mij gevraagd een bijdrage te leveren. Enkele gesprekken over een, overigens zeer kort, verleden vormden daartoe de aanleiding.
Het verhaal gaat over de jaren 1937 - 1940, alsmede enkele overgedragen herinneringen van vele jaren daarvoor.


Neijewei

Lang geleden woonde ik, samen met mijn moeder, in wat toen nog het zelfstandige dorp Kortezwaag was. We verbleven bij mijn Pake en Beppe Veenstra van Moeder’s kant, aan de Nijewei. In mijn herinnering toen nummer 200A. Dat is nu anders als gevolg van de vele veranderingen die sindsdien aan deze weg hebben plaats gevonden. 
Het huis bestaat nog altijd. De gevel is heeft slechts een kleine verandering ondergaan. De oorspronkelijke houten balkonrand is vervangen door een metalen hek. Bovenin staat de naam Flora gemetseld. 
De Nijwewei was toen minder breed dan nu het geval is. Aan weerszijden bevonden zich slootjes waarover fraaie houten of betonnen bruggetjes naar de voortuintjes van de woningen leidden. Opritten naar garages waren toen nog niet aan de orde en noodzaak voor parkeerplaatsen was er evenmin. Slechts een enkele keer moesten de kinderen bij hun spel op de weg oppassen voor een met 50 km per uur aanstormende auto. “Hynder en wein” bepaalden meer het straatbeeld. Een straatbeeld waarvan ook de gaslantaarns nog deel uitmaakten. 
Elke woning was voorzien van een betonnen regenwaterbak.  Daar deed Beppe regelmatig met de puts haar werk. Boven het granieten aanrecht bevond zich de bijbehorende altijd glimmend gepoetste koperen pomp. Zo zag de dagelijkse leefomgeving er in mijn herinnering ongeveer uit.


Veldwachterij
 


Ik heb heel bijzondere herinneringen aan Pake. Deels uit overlevering. In zijn werkzame leven was hij veldwachter geweest. Vrijwel zeker in de lagere rangen begonnen, bereikte hij in 1928 als 65-jarige de pensioengerechtigde leeftijd. Hij was toen majoor, belast met het toezicht in Opsterland.
Aan zijn afscheid doet een foto herinneren, waarop hij met zijn naaste manschappen is afgebeeld. De namen staan op de achterzijde vermeld. Van links naar rechts: Jonkman (Lippenhuizen), Post (Jubbega), Sieslinga (Hoornsterzwaag), majoor Veenstra, Jonkers (Tijnje), Mous (Oranjewoud), De Vries (Wijnjeterp)

Onderscheiding

Pake was op 7 januari 1924 al onderscheiden door Hare Majesteit voor de “wijze waarop hij gedurende 25 jaren zijn verplichtingen bij het corps Rijksveldwacht trouw en eerlijk heeft vervuld en tot aanmoediging het ingeslagen spoor te blijven volgen”.
Onderaan staat nog de draaginstructie “de medaille zal in dier voege worden gedragen, dat nimmer het lint alleen, maar tevens ook het eereteken zichtbaar zij”.
Dat alles staat vermeld op een enorme oorkonde met de echte handtekening van de Procureur Generaal Sluis te Leeuwarden, vervat in een vergulde lijst. Dat waren nog eens tijden. Tegenwoordig zou een A4-tje volstaan, met in het uiterste geval een gedigitaliseerde ondertekening.













Op ‘e baan

Pake was ook een enthousiast schaatser. Dat was in die twintiger jaren niet zo bijzonder. De ijsbaan Hâld Moed lag vlak achter huis en kon lopend door de tuin worden bereikt. Op 3 januari 1928 vond een hardrijderij plaats waaraan ook Pake, net drie dagen in zijn 66e levensjaar, deelnam. En hij won de eerste prijs bij de senioren! Een fraaie zilveren lepel houdt de herinnering daaraan in stand. 



 

De gegraveerde tekst luidt:

“De jierren heegh, de hierren griis
Woun Hindrik Veenstra dizze priis
To Gerdyk as rêdste op ‘t iis.
Woun 3-1-‘28
bêrne 1-1-1863”


Vele jaren later moest ik met Pake mee naar het ijs. De ijsbaan “Hâld Moed” lag achter huis. We konden door de groentetuin rechtstreeks naar de baan.
Het gebeurde van mijn kant echter tegen wil en dank. Ik wist het zeker; “ik wol ’t net leare”. Maar “wol net” was voor de oud-majoor volkomen onbekend. Ik was in handen van een stevig Fries karakter. En dus was er geen ontkomen aan: “do silst it leare!”. Aan de stok achter Pake aan over het ijs.
Weer vele jaren later, 14 februari 1956, behaalde ik mijn enige Elfsteden kruisje en dacht met veel waardering terug.


Leffering

Op de hoek van It Weike, schuin tegenover de toenmalige lagere school was de timmermanswerkplaats van Leffering gevestigd. Daar maakten vader Leffering en twee zonen allerlei producten voor het agrarisch bedrijf. Ik mocht er altijd spelen onder het scherpe toezicht van de beide junioren, in gelijktijdige bewondering voor al hetgeen ter plekke gebeurde.


De werkplaats zag er indrukwekkend uit. In mijn herinnering twee grote elektromotoren, die via een netwerk van aandrijfriemen waren verbonden met de bijbehorende machines. En verder uiteraard rekken vol met handgereedschap. De meest geproduceerde zaken in die tijd waren boerenwagens en kruiwagens. De eersten hadden twee kleine wielen voor en twee grote wielen achter. Dat leende zich voor een spel van de beide zonen met “Henkie” – net vier jaar oud – als onderwerp. Ik moest volgens hen hoognodig leren klokkijken. En zo werden twee ongelijke spaken de wijzers van een klok. Te midden van de houtkrullen op de grond voltrok zich mijn eerste onderwijs.Er is nog altijd de kleine kruiwagen die Pake voor mijn zesde verjaardag liet maken. Veel later toen de wagenmakerij al op z’n retour was maakten de zonen nog een polsstok voor mijn oudste zoon.

Beppe Tryn

Natuurlijk was er ook een Beppe. Een traditionele Beppe uit die tijd. Het zorgende en verzorgende middelpunt in huis. Ik herinner mij haar bijna niet anders als met een tuinschort of “blomskelk” voor, druk bezig met alles wat voor het dagelijks leven nodig was. Een prachtige, stoere, lieve vrouw, met allermooist grijs haar. Werkzaam in de tuin, met het wasgoed in de bleek, en bij het theelichtje op de donkere dagen pratend over wie er voorbij liep. Het was nu eenmaal zo. Als kleinzoon beleefde je met Pake doorgaans meer dan met Beppe. Maar ik wilde best met haar op de foto. Staand in de kruiwagen van Leffering.











1939.

In 1938 waren mijn Pake en Beppe 50 jaar getrouwd. Ik heb daar geen herinneringen aan. Maar er is wel een blijvende herinnering.
Zij lieten bij deze gelegenheid een handgeschilderd blauw bord maken bij “Aurora”, een in die tijd zeer bekende aardewerkfabriek in Workum, waar alleen blauw aardewerk werd gemaakt. De naamgeving “Ús Alders Hûs” staat onder het beeld van het huis. Elk der drie kinderen kreeg zo’n bord. 





 

Op de achterkant herinnert de tekst aan die gelegenheid:

“Dit as oantinken for hjar bern
oan it gouden feest
fen hjar 50 jierige troudei op 15 Maert 1939
jown troch hjar âlden
Hendrik Veenstra, berne 1 Jannewaerje  1863 to Ter Idzard 
en
Trijntje Hoen, berne 10 April 1868 to Terwispel.”


Bewaarschool.

Gedurende mijn paar jaren in Kortezwaag ging ik naar de bewaarschool in Gorredijk. Die stond ongeveer op de plek waar nu de Aldi is gevestigd. 



Ik wandelde dan samen met mijn overbuurmeisje Liesje de Jong elke dag door It Weike en langs de Langewâl op en neer. Ik herinner mij uit de jaren op die school alleen nog juffrouw Glastra en mijn vriendje Dick Dunant. Mijn zesde verjaardag was mijn laatste dag op deze school. Dat moest uiteraard worden vastgelegd.


1939 Bovenste rij v.l.n.r.:Juf Looijenga,Dirk Dunant, Henk Wisman,Titie Kersbergen,Gerrit de Jong,Ruurd Eisinga,Tinie van Wallinga,Tjaltje Anema, ?,Juf....,Juf Alstein. 2e rij: ?,...Lootsma,....Stobbe,Henk Kussendrager,Reinders,Alie Moll,Janke Kromsigt,Jan Overwijk,Wiepie Ringenoldus,Sietse Kunst,Jannie Jousma, ?.,Pietje Piersma,Aise de Wagt. 3e rij:.?,Grietje Hornstra,Jopie Zwart,Lutske Wierda. Voorste rij:Tjibbe Wissema,Tjerk Jousma,Lolke v.d.Hoef,Andries Bergsma,Gerrit Hoekstra,Bertus de Vos.

Oorlog.
Kort daarna was ik getuige van het binnen trekken van de Duitse troepen. Soldaten te voet, te paard en op motoren. Kanonnen getrokken door paarden en veel ander oorlogsmaterieel kwam vanuit Gorredijk aan ons huis voorbij richting Jubbega. Ik speelde in de tuin en vond het een geweldig schouwspel. Maar wat er echt gaande was ging uiteraard aan mij voorbij. Pake dacht er heel anders over. Ik werd streng naar binnen geroepen. De gordijnen gingen midden op de dag dicht. Ik begreep er niets van.
Het was oorlog. Het leven werd anders. Heel anders. Zo ook mijn omgeving.

Verhuizing
In september van hetzelfde jaar hertrouwde mijn moeder waardoor mijn toekomst vanaf mijn eerste – echte - schooljaar in Amsterdam kwam te liggen. Aldus ook de oorlog.
Kortezwaag veranderde in een verre, enkele jaren later zelfs onbereikbare, logeerbestemming. Pas heel veel jaren later zou ik weer in Friesland terecht komen, en nog weer later in Beetsterzwaag, Opsterland. “Werôm, to plak”.

Verder terug in de historie.

Zoals in de aanhef vermeld volgen hier nog wat bijzonderheden over een verder verleden van mijn voorgeslacht. Na de dood van mijn moeder in 1999 trof ik dozen met foto’s, brieven en artikelen aan, waarvan een deel verbinding hebben met Kortezwaag en Gorredijk.
Hier volgen enkele voorbeelden. 


Dit is een foto van de beide grootmoeders van mijn moeder,de foto is vermoedelijk genomen op 8 augustus 1923


Het was zo’n honderd jaar geleden gebruikelijk dat kinderen via een advertentie in de dagelijkse krant aandacht gaven aan een bijzondere gebeurtenis in het leven van hun ouders. Het staat wel vast dat Beppe Geesje voor mijn moeder de favoriete beppe was.

Opening Zwembad in Gorredijk.

De huidige Badweg ontleent zijn naam aan het vroegere zandpad dat naar het openluchtzwembad leidde.
Er is in 2016 niets meer dat zou kunnen bijdragen aan enige herinnering uit die tijd. Toch is het zwembad na de oorlog nog een aantal jaren in gebruik geweest. Waarbij, naar de huidige maatstaven en eisen, de aanduiding “zwembad” wel wat overtrokken was. In mijn herinnering – ik heb er nog wel gezwommen - was het water zwart. Vermoedelijk was het niet veel meer dan een heel grote met wanden beklede kuil.
Aan dat zwembad blijft de naam van mijn moeder en haar vriendin Dien Bonnema verbonden. Het volgende verhaal is mij verteld. Er was een feestelijke opening gepland. Maar hoe doe je dat! Het zwembad was voorzien van een “hoge” duikplank. Dat was nieuw! In die tijd onbekend in Gorredijk en omgeving. En vermoedelijk eerder een onderwerp van enige vrees dan van uitbundig genoegen. Het idee voor de opening was een eerste sprong van die plank. Gegadigden waren moeilijk te vinden. Maar uiteindelijk sprongen dan de genoemde dames, toen nog jonge meiden, van de plank. Dien op de rug van Sjoewke, mijn moeder. Een foto herinnert daaraan. Datum onbekend.

Dat de zwemdiploma’s er in die tijden ware kunstwerken waren bewijst een andere foto.


Feest


Er waren in de oude tijd genoeg feestelijkheden in het dorp, waarbij een muziekkorps de hoofdstraat in beslag nam. Hier zorgt majoor Veenstra (rechts vooraan) voor een ordelijke doortocht van het korps Excelsior, mogelijk uit Jubbega. De foto is begin 20’er jaren genomen.

 

Kerkgang Kortezwaag.

Pake en Beppe gingen altijd ter kerke naar het kerkje aan De Leijen. Hun jongste zoontje, Bertus, ging voor het eerst mee. Keurig tusen zijn ouders gezeten wachtte hij de gebeurtenissen af. Toen voor de tweede keer het “ponkje” (collectezakje aan een lang stok) langs de banken was gegaan wendde mijn oom zich tot Pake; “De eerste keer hie ik twa sinten, nou haw ik een stoer. Wat hat Heit?”. Klein misverstand in de kerkbank.
Het verhaal is terug te vinden in het boek “Sake Ploegsma” dat mijn oom onder het pseudoniem Bert van Reest schreef over zijn jongste jaren.


Andere misverstanden werden bij voorbaat voorkomen.

Het foutieve “Volk en Vaderland”.


Tijdens de oorlog was ik nog één keer terug in Gorredijk. Logeren bij de eerdergenoemde Dien Bonnema en haar echtgenoot. Ik herinner mij de NSB’er en fanatieke landwachter en verrader Rombertus Van der Vegt. Hij aarzelde niet om te schieten op onderduikers en joden als die niet onmiddellijk zijn bevelen opvolgden. Op de hoek van de Hoofdstraat bij het toenmalige postkantoor bracht hij het  NSB-blad “Volk en Vaderland” onder de aandacht. Precies de plek waar nu een herdenkingsmonument aan zijn slachtoffers doet herinneren. Na de oorlog herinnerde de synagoge nog aan de Joodse gemeenschap uit Gorredijk. Later werd zij afgebroken. Deze foto (hierboven) ter herinnering aan een zwarte tijd.

Dit lijkt mij een goede afsluiting van mijn terugblik op Kortezwaag en Gorredijk.
Na mijn pensioen zou ik in de naaste omgeving, Beetsterzwaag, terugkeren. 
Inclusief de allermooiste herinneringen.

Henk Wisman,  Beetsterzwaag '2019



Op 18 oktober 1977 kwam de heer ir. Hendrik A. Wisman, toen direkteur van de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij even terug in Gorredijk om de jaarlijkse Magneto te openen. Zie hieronder het verslag uit de Leeuwarder Courrant.(red.)

NOM-directeur opende Magneto 
GORREDIJK - Er wordt vandaag de dag heel wat afgepraat over eisen die de overheid aan het bedrijfsleven moet stellen, en volgens ir. Hendrik A. Wisman, directeur van de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij worden die eisen steeds zwaarder. Hij vindt zulks „in een tijd waarin zo broodnodig werkgelegenheid moet worden gecreëerd" een verontrustende ontwikkeling.

Het gezelschap genodigden maakt na de opening een rondgang op de beurs. Vooraan NOM-directeur Wisman (rechts) en showvoorzitter Veenstra.


 


 


 

Meer foto’sLaatste foto’s