Gorredijk

Terug naar boven

Heida, Arend

Arend (Aant) Heida


Arend Heida bij zijn prijzenkast

Reeds rond de dertiger jaren was Gorredijk een centrum van de motorsport. Na een tijdelijke inzinking, gedurende oorlog en bezetting, mag deze sport zich in de laatste jaren weer in een toenemende bloei verheugen. Niet in het minst door het feit, dat Gorredijk in Arend Heida weer een renner van buitengewoon formaat onder zijn inwoners telt. Arend Heida, in de wandeling „Aant" genaamd, heeft Zondag 12 September 1948 op zijn Matchless beslag weten te leggen op het kampioenschap in de 350 cc klasse terrein wedstrijden. Hierboven ziet men deze populaire motorrijder bij zijn tropheeën, die hij voor en na heeft gewonnen en die een plaatsje hebben gevonden in Café Wedman. Buiten de hier tentoongestelde bezit hij nog een zestal bekers, benevens diverse op wedstrijden behaalde gebruiksvoorwerpen, waaronder een radiotoestel. Een keurcollectie, die nog meer tot de verbeelding spreekt, als men weet dat deze oogst in twee jaar bijelkaar is „gereden".
 

Gorredijk huldigde een kampioen Feestelijke intocht van Arend Heida

Wat men in Gorredijk zo graag wilde — maar toch haast niet durfde hopen, is Zaterdag een feit geworden. Arend Heida is kampioen geworden op de terreinwedstrijd in de 350 cc klasse. Nadat Zaterdagavond dit prettige nieuws reeds als 'n lopend vuurtje door de plaats was gegaan en zn sportvrienden deze prestatie al even in kleine kring hadden herdacht, was Zondagmorgen het wachten op de kampioen zelf. Al wat de motorsport een goed hart toedraagt, en dat zijn er velen in Gorredijk, had zich opgemaakt om de kampioen een glorieuze intocht te bereiden. Voorafgegaan door het muziekcorps A.A.C, en met slaande trom ging het naar het oude tolhuis, waar de held van deze dag werd opgewacht. De grote stroom belangstellenden moest hier even haar ongeduld bedwingen. Eindelijk kondigde het daveren van motoren het grote ogenblik aan. De muziek stelde zich op , het publiek maakte ruim baan en onder uitbundig gejuich maakte de kampioen zijn entree. Een glunderende, gelukkige Aant Heida, temidden van een enthousiaste motor-escorte. En terwijl zijn vrouw de eerste was, die hem complimenteerde en in de bloemetjes zette, klonken de tonen van het Frysk Folkslied.

Na de eerste begroeting ging het onder vrolijk marsmuziek terug naar Gorredijk. Voorop de kampioen op zn trouwe Matchless, die hem ook deze keer naar de overwinning had gevoerd, en op de tank de stamhouder, de kleine vier-jarige Eise, onbewust van het grote gebeuren, maar zeer tevreden met de gang van zaken. Na deze muzikale rondgang, die uitgroeide tot een ware triomftocht, werd de stoet onder het spelen van het Wilhelmus en na de nodige: „Lang zal hij levens" voor hotel Wiegersma ontbonden. In het hotel vond in intieme kring een kleine huldiging plaats. Als eerste spreker nam de voorzitter van de Zuid Friese Motorclub, de heer Wiegersma, het woord. Spr. deed uitkomen, dat deze huldiging er een was, op korte termijn voorbereid. De motorclub achtte zich gelukkig zulk een energieke rijder onder haar leden te tellen en men meende daarom ook deze gelegenheid niet zo maar voorbij te mogen laten gaan.

Kampioenen te mogen huldigen komt immers niet elke dag voor. De heer Wiegersma schetste, hoe men- Zaterdag in Gorredijk in angst en vreze had gezeten. Hoe vaak was het immers niet gebeurd, dat het pechduiveltje een bijna zeker schijnende overwinning op het laatste ogenblik nog had weten te verhinderen. Hoe was het in Marum? Juist toen een record scheen te zullen worden gevestigd en nadat een rijder uit de 500 cc klasse reeds was gelapt, maakte motorpech een einde aan de hooggestemde verwachtingen. Ook nu was de grote vraag: Hoe zal de motor het doen? Over de capaciteiten van de rijder zelf maakte men zich geen zorgen. Men wist te goed uit welk hout deze was gesneden. Nu echter is de overwinning behaald; souplesse, uithoudingsvermogen en snelheid hebben hun bekroning gevonden!

Gorredijk mag zich gelukkig prijzen; deze overwinning toch zal de naam van de plaats ten goede komen. Ook in Holland zal men leren inzien, dat daar in Friseland een rijder zit, met wie men rekening moet houden! Spreker hoopte, dat Heida nog vaak van zich zou doen spreken, niet alleen op de grasbaan, maar ook op de weg. Misschien — de kans is er — zullen we nog eens triomfen mogen vieren op het grootste motorsport-evenement in Nederland, de T.T. Naast de bloemen, die het bestuur als een kleine persoonlijke hulde wilde beschouwen, bood spr. namens de Zuid Friese Motorclub een enveloppe met inhoud aan, om die, in overleg met zijn vrouw, te besteden voor een passend cadeau. Hierna was het woord aan de oudconsul der K.N.M.V., de heer Riekus de Boer. In een sappig toespraakje bracht ook hij hulde aan de prestatie van Heida. Ook hij hoopte voor de toekomst nog op meer dergelijke hoogtijdagen. Namens de voetbalclub bracht de heer Dirk Alstein de beste wensen over.  Nadat de verzorger, de heer Marcus Wedman, nog een ooggetuigeverslag had gegeven van het grote gebeuren in Numansdorp, hoe daar op een spiegelgladde kleibaan, de ene rivaal na de andere sneuvelde, was het woord aan de kampioen zelf. Zijn speech culmineerde zich in dankbaarheid voor deze grootse ontvangst. Hij had er eenvoudig geen woorden voor! Nadat de heer Wiegersma ook de verzorger Wedman en mevrouw Heida, in de hulde had betrokken en tevens iedereen had bedankt die tot het succes van deze dag had bijgedragen, kwam het einde van deze morgen, die een hoogtepunt zal blijven in het leven van deze populaire sportman en van hen, die nauw bij deze gebeurtenissen waren betrokken.

Vraaggesprek met Arend Heida Na twee jaar reeds kampioen

„Met alle plezier", zei Arend Heida, de kampioen van Nederland op de motor in de 350 e.e.-klasse, toen we hem vroegen, of we hem Zondagmiddag thuis nog even zouden mogen bezoeken. En zo stapten we Zondagmiddag de kamer binnen, waar Arend na een paar uurtjes slaap, met zijn vrouw tussen een zee van bloemen zat. Een van de kinderen van de buurt kwam „buurman" juist feliciteren en bracht een cadeautje mee voor onze kampioen. Tot onze grote verbazing hoorden we, als antwoord op de vraag, wanneer Arend met motorwedstrijden was begonnen, dat hij zijn eerste wedstrijd had gereden in Norg, nu... twee jaar geleden. Hij startte daar dus voor de eerste maal van zijn leven tussen vele bekende renners in de 350 cc klasse en direct sleepte hij de eerste prijs in de wacht. „Om precies te zijn", zegt Arend, „het was op 18 September 1946. Aangezien ik voor de eerste keer meereed, werd ik ingedeeld bij de nieuwelingen en ook de eerstvolgende malen was dit het geval". Het is in de motorsport namelijk zo, dat men als nieuweling na een bepaald aantal gewonnen races in de afdeling juniores wordt geplaatst. Op dezelfde manier kan een renner daarna bij de seniores worden ingedeeld. „Nadat ik vier maal als nieuweling had gereden en vier maal de eerste prijs had gewonnen, kwam ik bij de juniores en ook hier ging het van een leien dakje. Zeven maal reed ik in die klasse en zeven maal kwam ik met de eerste prijs naar huis.

Verleden jaar in het laatste van het seizoen kwam ik uit de senioresklasse en ook hier mocht ik niet klagen", zo ging Arend verder, toen we hem hadden gevraagd, wanneer hij naar de hoogste klasse was gepromoveerd. „Ik wist wel niet alle races te winnen — enkele malen moest ik uitvallen omdat de motor het opgaf — maar ook in deze afdeling kwam ik in de meeste gevallen als eerste aan". „Op welke manier ben je nu kampioen geworden", vroegen we. „Ja", zei Arend, „dat zit zo. De prestaties over een aantal ritten worden opgeteld en wie dan uiteindelijk de beste prestaties heeft geleverd, wordt uitgeroepen tot kampioen. En nu was het zo, dat mijn concurrent Van Heukelen en ik Zaterdagmorgen precies gelijk stonden. In Numansdorp zou dus worden beslist, wie kampioen van Nederland zou worden. Wanneer een van ons beiden zou uitvallen, dan betekende dit voor de overblijver — ook al zou hij als vierde of vijfde aankomen — het kampioenschap. Gelukkig is dit niet gebeurd. We zijn beiden in de race gebleven en ik kwam als eerste aan. Na de start lag ik op de vierde plaats, maar de drie voor me vielen kort na elkaar uit en dus lag ik aan de kop. Het is geen nek-aan-nek-race geworden, want ik kon zonder veel moeite de eerste plaats behouden. Daardoor kwam het ook, dat ik niets van de gladheid van het terrein had gemerkt. De andere rijders daarentegen des te meer, omdat zij de taak hadden me in te halen. Er deden zich dan ook een flink aantal valpartijen voor, maar gelukkig bleven ongelukken uit." „Hoe ben je er eigenlijk toe gekomen om met motorrennen te beginnen?" „Dat kan ik eigenlijk niet precies zeggen", moest Arend bekennen. „In mijn jonge jaren, toen ik nog in Oosterwolde woonde, waar ik tussen haakjes geboren ben, dacht ik niet veel aan motoren". „Ja, maar", merkte zijn vrouw plotseling op, „je had vroeger toch wel een oude motor". „Dat was later", antwoordde Arend, „maar toen dacht ik er niet aan om eens aan wedstrijden mee te doen. Vier jaar geleden ben ik in Gorredijk komen wonen, maar ook toen dacht ik de eerste tijd nog niet aan motorraces. Toch begon het langzaam te komen, want ik mocht er graag naar kijken. Op een goede dag, nu ruim twéé jaar geleden, stapte ik op een motor en toen een poosje later stond ik in Norg aan de start en ik heb je -al verteld, hoe het gegaan is. De afgelopen winter werd de Zuid- Friese Motor Club opgericht en ik werd in het bestuur gekozen en vandaag aan de dag ben ik nog bestuurslid en met veel plezier". „En wat zijn nu de plannen voor het volgende seizoen, vroegen we ? Ga je nu in de 500 cc. klasse rijden?" „In de eerste plaats zal ik natuurlijk mijn pas verworven kampioenschap moeten verdedigen en ik hoop, dat er strijd voor geleverd zal worden. Wat de 500 cc klasse betreft, heen, daar begin ik niet aan, want er is bijna geen animo voor. In de klasse, waarin ik nu rijd, is de deelname goed; we stonden in Numansdorp bijvoorbeeld met 12 man aan de start en dat zou in de 500 cc klasse zeker niet gebeuren. Het zou ongetwijfeld blijven bij 3 of 4 man en dat is niks waard"..

We wilden juist afscheid nemen van Arend en zijn echtgenote, toen er een paar kinderen binnenkwamen, onder wie het zoontje van de kampioen. Een kleine jongen kwam schoorvoetend de kamer binnen om Oom Arend — zoals hij het noemde — te „velifiëren", maar hij wist eigenlijk niet precies, waarvoor die „velifiatie" nodig was. De kleine Eise hielp hem echter spoedig uit de droom door te vertellen, dat „heit" kampioen was. We namen afscheid van Arend Heida en diens vrouw met de beste wensen voor het volgende seizoen. Binnen enkele dagen zullen we Arend weer kunnen vinden in zijn werkplaats aan de Lijnbaan, waar hij dag en nacht werkt aan zijn motor, die reeds zoveel bekers en medailles voor zijn baas heeft veroverd. De vreugde in Gorredijk, die heerste, toen de kampioen — die door velen „vs Aant" werd genoemd, wat ons erg bekend in de oren klonk — het dorp binnenreed, is weer geluwd, maar voor de kampioen van Nederland op de motor in de 350 cc klasse en voor zijn vrouw is het een onvergetelijke dag geweest. 

 

Aant Heida

(uit de krant van 13-09-1948)

Nationaal Kampioen terreinrijden   
in de 350 c c. klasse

Warme ontvangst in Gorredijk

In de Nationale Motorterreinwedstrijden, welke Zaterdag te Numansdorp op het langoed van de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen werden gehouden, gelukte het A. Heida van Gorredijk, onbedreigd het kampioenschap van Nederland 350 cc klas in de wacht te slepen.

Georganiseerd door M.C.H.W. werden de wedstrijden onder auspiciën van de K.N.M.V. verreden.De organisatie en de ontvangst der renners was perfect. Het terrein was uiterst zwaar en dat speelde vele deelnemers parten. Dat Heida onder deze moeilijke omstandigheden „op slofjes" kampioen is kunnen worden, pleit voor zijn rijcapaciteiten, welke o.a. tot uiting komen in een volledige beheersing van de machine, een Matchless.Toen, Zaterdagavond in Gorredijk bekend werd, dat Aant Heida de titel had behaald, was de vreugde groot. Niet alleen hier in Gorredijk, doch ook in de wijde omgeving, speciaal het motorsport minnend publiek, deelde in die vreugde.In allerijl toog de

Zuid-Oost Friese Motorclub, waarvan de kampioen lid is, aan het werk, om hem een waardige ontvangst te bereiden. De tijd van voorbereiding was kart en de gelegenheid om de geleverde prestatie algemeen bekend te maken, ontbrak. Toch kwam het in orde, en hoe!Het was bekend geworden, dat Heida ongeveer elf uur in Heerenveen zou aankomen. Het bestuur der Z.O.F.M. en enkele der leden reden hem per motor tegemoet en bij de Zuivelfabriek te Langezwaag werd de kampioen afgewacht. Hartelijk was de ontvangst, welke hem zijnechtgenoot en kind en verzorger, de heer Wedman, ten deel viel. Bloemen werden aangeboden en met een krans om de schouders werd Heida op zijn Matchless gepoot.

Glorieuze intocht.

Het werd een glorieuze intocht, waarbij de kampioen werd geëscorteerd door zijn clubleden-vrienden. Toen we Gorredijk naderden, schoot ons een brok in de keel, en hebben wij enigermate beleefd, wat de menigte moet hebben gevoeld die indertijd Fanny Blankers Koen verwelkomde. Onder luid gejuich van de grote menigte, Gorredijk was leeggelopen, stopte de file bij het voormalig Tolhek, waar de muziekvereniging A.A.C, stond opgesteld om de kampioen het “Frysk Folksliet” toe te spelen. De gevoelens jegens Heida uitten zich in enkele donderende hoera's. Opnieuw werden bloemen aangeboden, waarna zich, onder leiding van de motorclubvoorzitter Wiegersma, met het muziekcorps voorop, een stoet formeerde, welke de kampioen omstuwende, door Gorredijk trok. De belangstelling langs de straten was enorm groot. Van vele huizen woei de nationale driekleur. Weer bij hotel Wiegersma aangekomen, speelde de muziek het Wilhelmus en pas nu bleek welk een grote plaats Heida inneemt in de harten der vele Gorredijksters. Hier domineerde het gevoel zoals een kleine jongen het tegenover zijn vader uitdrukte: „Heit. Hearrenfean hat Abc, mar wy hawwe Aant, en dat is nog folle mear, hwant dy is allinne kampioen". Er was geen doorkomen aan en de politie had handen vol werk het normale verkeer te laten passeren.

De huldiging.

In hotel Wiegersma verenigden zich daarna, aan de koffie de kampioen, diens familie, leden der Motorclub en vele belangstellenden. De heer W. S. Wiegersma, voorzitter van het huldigingscomité, noemde het een aangename taak, enkele woorden te mogen zeggen tegen een lid van zijn vereniging, die zo’n geweldige prestatie had geleverd,  en begon met dank te brengen voor de spontane wijze, waarop Gorredijk's nationale motorkampioen is binnengehaald. Spr. releveerde de moeilijkheden welke de kampioen heeft moeten overwinnen om het zover te brengen. Hoe vaak de motor hem in de steek liet en hoe Heida dagen en nachten vaak werkte om de motor te perfectioneren. Enkele jaren doet Heida nog maar aan deze sport en getuige zijn goed gevulde medaillekast is hij blijkbaar van begin af aan een rijder geweest met wie men rekening diende te houden. (Deze kast, welke in café Wedman een plaats heeft gevonden, hebben wij nog eens nader bekeken, en wij telden daarin naast andere tropheeën 14 grote bekers). Ondanks teleurstellingen — de motor liet hem in gewonnen posities meerdere malen in de steek — hebben wij in brede kring altijd met hem medegeleefd, want hij zelf bond steeds weer met blijmoedig optimisme de strijd aan. Dat getuigt van wilskracht. Zonder slag of stoot is hij niet op de ereplaats gekomen. Ondanks zijn vaak schitterende prestaties werd hij door de Hollandse pers veelal genegeerd en hopelijk zien we Heida nog eens op een snelle machine in de T.T. Spreker betrok in zn huldiging de heer Wedman, die als verzorger ongetwijfeld veel tot dit resultaat droeg. En tenslotte deelde natuurlijk ook mevr. Heida in de hulde op deze onvergetelijke dag en kreeg bloemen. Tenslotte werd de heer Heida een cheque ter hand gesteld, met de bedoeling dat hij een blijvend aandenken aan dit kampioenschap zal kopen.

Diverse krantenknipsels Arend Heida (Aant Heida

Meer foto’sLaatste foto’s